DE VIERVRAGENTEST
De viervragentest werd in 1932 bedacht door zakenman Herbert J. Taylor, een lid van de Rotary Club van Chicago, Illinois, USA, die die in 1954-55 voorzitter was van Rotary International. Nadat hij gevraagd werd om een bedrijf van het faillissement te redden, ontwikkelde Taylor de test als een ethische leidraad voor alle zakelijke aangelegenheden. Ze werd een richtlijn voor de verkoop-, de productie- en de advertentieafdeling van het bedrijf. De overleving van het bedrijf was te danken aan deze eenvoudige filosofie. Rotary International heeft ze in 1934 overgenomen en tot vandaag blijft de viervoudige test een essentiële standaard waaraan Rotarians ethisch gedrag afmeten. Ze is vertaald in tientallen talen en gepromoot door Rotarians wereldwijd.
De test bestaat uit vier simpele vragen, waaraan wij ons denken en handelen, privé en zakelijk, toetsen. Bij alles wat we (zelf) denken, zeggen of doen vragen we ons af:
Is het waar?
Is het rechtvaardig voor alle betrokkenen?
Bevordert het onderling vertrouwen en vriendschap?
Komt het alle betrokkenen ten goede?
De 4 Rotary vragen zijn waarden, geen normen! De 4 vragen staan dicht bij algemeen aanvaard principes:
Doe anderen niet aan wat je niet wilt dat die anderen jou aandoen.
Streef naar de beste oplossing voor de meeste betrokkenen (stakeholders).
Verzet u tegen het maximaal profijt van één van de betrokkenen ten koste van de anderen.
De ROTARY DEONTOLOGISCHE CODE
De Rotary gedragscode biedt een kader voor ethisch gedrag dat alle Rotarians kunnen gebruiken, samen met de viervragentest, in hun zakelijke en professionele activiteiten.
Als Rotariër zal ik
1. Handelen met integriteit en hoge ethische normen in mijn persoonlijke en professionele leven
2. Eerlijk omgaan met anderen en hen en hun beroepen met respect behandelen
3. Mijn professionele vaardigheden gebruiken via Rotary om jonge mensen te begeleiden, mensen met speciale behoeften te helpen en de levenskwaliteit van mensen in mijn gemeenschap en in de wereld te verbeteren.
4. Gedrag vermijden dat Rotary of andere Rotariërs in een kwaad daglicht stelt.
5. Een intimidatievrije omgeving helpen handhaven bij Rotary bijeenkomsten, evenementen en activiteiten; vermoedelijke intimidatie melden; en helpen te waarborgen dat er geen represailles worden genomen tegen personen die intimidatie melden.